Persbericht

Akkoord over de aanvullende pensioenen van de contractuele personeelsleden – reactie van Daniel Bacquelaine na de verklaringen van de Ministers Vervoort en Dermagne

Het is tijd dat alle gemeenten een aanvullend pensioen aanbieden aan hun contractuele personeelsleden. Een aanvullend pensioen aanbieden aan de contractuele personeelsleden van de publieke sector beantwoordt aan een vereiste van sociale billijkheid ten opzichte van het niveau van de pensioenen van het statutaire personeel.

De incentive aangeboden door het federale niveau moet aan de gemeenten die hun contractuele personeelsleden niet benoemen en die daardoor responsabiliseringsbijdragen betalen, toelaten om van hun responsabiliseringsfactuur tot 50% van de kost van de betaalde premies af te trekken om een aanvullend pensioenstelsel te financieren.

Het is juist dat, in verhouding tot de Vlaamse gemeenten, de Brusselse en Waalse gemeenten een achterstand hebben opgelopen bij het opzetten van een tweede pijler voor hun contractuele personeelsleden. Het is daarom dat de financiële incentive toegekend zal worden rekening houdend met het bestaan van een pensioenplan op 1 januari 2019.

De gemeenten die achterop hinken en willen genieten van de incentive hebben dus meer dan een jaar om een aanvullend pensioenstelsel op te zetten dat voldoet aan de voorziene voorwaarden. De door de Ministers Vervoort en Dermagne aangehaalde cijfers zijn niet correct aangezien ze gebaseerd zijn op de huidige situatie en niet op de situatie van 1 januari 2019.

Het federale niveau heeft wat voor zichzelf betreft zijn verantwoordelijkheden genomen door de beslissing te nemen om vanaf 2017 een aanvullend pensioen aan te bieden aan al zijn contractuele personeelsleden.

Er moet benadrukt worden dat het voorontwerp van wet, goedgekeurd in het Comité A door ACV en VSOA, verder voorziet in het afschaffen van de regularisatiebijdrage ten laste van de gemeenten die hun contractuele personeelsleden meer dan 5 jaar na hun indiensttreding benoemen. Het is een maatregel die ten goede komt aan de gemeenten die de keuze gemaakt hebben hun personeelsleden te benoemen.