Akkoord over de aanvullende pensioenen van de contractuele personeelsleden van de publieke sector

Het voorontwerp van wet met betrekking tot de gemengde pensioenen stond opnieuw op de agenda van het “Comité A” (Gemeenschappelijk syndicaal onderhandelingscomité voor alle overheidsdiensten)

Ter herinnering, het gemengd pensioen beoogt het niet meer in aanmerking nemen van contractuele diensten in de pensioenberekening van de publieke sector. Een contractueel personeelslid van de publieke sector die tijdens zijn loopbaan wordt benoemd als ambtenaar, zal een werknemerspensioen genieten voor de jaren gepresteerd als contractueel personeelslid en een ambtenarenpensioen voor de jaren gepresteerd na zijn benoeming.

De vakbonden hadden aangegeven dat het stelsel van gemend pensioen moest passen binnen het kader van een globalere hervorming met het oog op een uitbreiding van het aanvullende pensioenstelsel naar alle contractuele personeelsleden van de publieke sector.

Deze vraag werd gehoord. Het voorontwerp van wet bevat voortaan een hoofdstuk dat de reglementering aanpast van de aanvullende pensioenen zodat beter rekening wordt gehouden met de bijzonderheden van de publieke sector. De doelstelling bestaat erin de openbare besturen en instellingen aan te moedigen een aanvullend pensioenstelsel te ontwikkelen voor hun contractuele personeelsleden.

De Federale Staat zal het voorbeeld geven en zal vanaf dit jaar een aanvullend pensioen invoeren voor zijn contractuele personeelsleden. Een budget van 32 miljoen € werd hiervoor vrijgemaakt door de Federale Regering.

Het voorontwerp van wet wil de lokale besturen bovendien aansporen om een tweede pensioenpijler in te voeren of te ontwikkelen voor hun contractuele personeelsleden. 50% van de kosten van de gestorte premies kunnen, onder bepaalde voorwaarden, worden afgetrokken van de bijdragen gestort door de gemeente aan het bevoegde Pensioenfonds voor de financiering van de lokale pensioenen.

Het ACV en het ACLVB hebben hun akkoord gegeven over dit voorontwerp van wet dat door de Minister van Pensioenen werd voorgesteld.