Persbericht

Alle effectieve gewerkte jaren zullen voortaan meetellen voor de pensioenberekening

Op voorstel van de Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine heeft de Ministerraad deze donderdag in eerste lezing het voorontwerp van wet met betrekking tot de afschaffing van de beperking tot de eenheid van loopbaan goedgekeurd.

Het betreft het toelaten aan diegenen die het werk voortzetten na een volledige loopbaan (45 jaar) om bijkomende pensioenrechten op te bouwen. Vandaag telt de loopbaan van een werknemer of een zelfstandige, die zijn beroepsloopbaan is begonnen op 18 jaar en die met pensioen gaat op 65 jaar na een voltijdse, ononderbroken loopbaan, 47 jaar. Nochtans zijn zal zijn pensioen berekend worden op basis van 14.040 dagen (of 45 jaar).

Voor de pensioenberekening van de pensioenen die ingaan op 1 januari 2019, zal rekening worden gehouden met alle gewerkte dagen, zelfs deze die werden gepresteerd na een loopbaan van 14.040 dagen (45 jaar). Diegenen die dus een beroepsloopbaan gepresteerd hebben van meer dan 45 jaar zullen beloond worden en zullen, in vergelijking met de huidige reglementering, van een hoger pensioenbedrag genieten.

Deze maatregel, die gevolg geeft aan de aanbeveling van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040, vertaalt de wil van de Regering om de link te versterken tussen de gepresteerde loopbaan en het pensioenbedrag.

In dezelfde geest, zal Minister Daniel Bacquelaine bovendien een Koninklijk Besluit nemen dat de manier aanpast waarop periodes van werkloosheid en brugpensioen in aanmerking genomen worden in de pensioenberekening.

Het verhaal van Caroline en Virginie behoort binnenkort tot het verleden

Iedereen herinnert zich nog aan het geval van de twee vriendinnen die binnenkort met pensioen gaan: Virginie, zelfstandige die heel haar leven heeft gewerkt, merkt op dat ze een lager pensioen zal krijgen dan haar vriendin Caroline die gedurende vele jaren werkloos is geweest.

In de toekomst zal diegene die effectief werkt meer pensioenrechten opbouwen dan diegene die werkloos is of met brugpensioen.

De vorige Regering had reeds beslist om de pensioenrechten van de werklozen die zich in de 3de periode werkloosheid bevonden niet meer te berekenen op basis van het laatst verdiende loon maar wel op basis van het minimum jaarrecht.  Er werd eveneens besloten om de gelijkstelling van de periodes van brugpensioen voor de bruggepensioneerden van ministens 60 jaar te verminderen tot het minimumjaarrecht.

Op een gelijkaardige wijze, voorziet het koninklijk besluit dat de werkloosheidsdagen van de 2de  periode werkloosheid (na één jaar werkloosheid) en de dagen brugpensioen, voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2019, zullen worden berekend op basis van het minimum jaarrecht en niet meer op basis van het laatst verdiende loon. 

Bovendien zullen de periodes werkloosheid en brugpensioen die zich na een volledige loopbaan van 45 jaar bevinden, niet meer meetellen voor de pensioenberekening.

Conform het Regeerakkoord, wordt niet geraakt aan de pensioenrechten die de periodes dekken van ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval, beroepsziekte en moederschapsverlof. Gemotiveerd tijdskrediet, loopbaanonderbrekingen en thematische verloven zullen eveneens het voorwerp uitmaken van een volledige gelijkstelling en ten opzichte van het laatst verdiende loon. Brugpensioenen voor ondernemingen in herstructurering, voor ondernemingen in moeilijkheden en voor zware beroepen en medische redenen zullen eveneens worden gelijkgesteld op basis van het laatste loon.

Minister BACQUELAINE: “Ons pensioensysteem moet het verderzetten van een beroepsactiviteit aanmoedigen maar ook beter het gepresteerde werk belonen. Voortaan zullen alle effectieve arbeidsdagen in aanmerking worden genomen in de pensioenberekening. De pensioenrechten met betrekking tot de periodes van werkloosheid en brugpensioen zullen over het algemeen lager zijn dan de pensioenrechten met betrekking tot effectieve arbeidsperiodes.”