Het jaarverslag 2019 van de Studiecommissie voor de Vergrijzing bevestigt de positieve effecten van de pensioenhervorming
Op dinsdag 9 juli heeft de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) haar jaarverslag voorgesteld dat de gevolgen op lange termijn analyseert van de vergrijzing van de bevolking.
De pensioenhervorming heeft een positieve impact op de kost van de vergrijzing
Het verslag van 2015 liet toe de impact te meten van de hervorming met betrekking tot het optrekken van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor het pensioen. De Studiecommissie voor de Vergrijzing had geschat dat deze hervorming zou toelaten om de kost van de vergrijzing te verminderen met 1,9% tegen 2060. In het verslag van 2017, werd de impact van de hervormingen op de evolutie van de kost van de vergrijzing in 2060 zelfs op 2% gebracht dankzij de positieve impact van de hervorming van de diplomabonificatie. Het verslag van vorig jaar gaf op zijn beurt aan dat de nieuwe genomen maatregelen, waaronder de hervorming van de gelijkgestelde periodes, zouden toelaten om opnieuw de budgettaire kost van de vergrijzing te verminderen.
De pensioenhervorming heeft een positieve impact op de sociale houdbaarheid
Zoals vorig jaar, bevestigt dit verslag dat de maatregelen die genomen zijn op het vlak van pensioenen niet enkel de financiële houdbaarheid van ons pensioensysteem versterken, maar eveneens de sociale houdbaarheid ervan. Het verslag van de SCvV van 2019 bevestigt een daling van het armoederisico bij de 65-plussers in dezelfde mate dan bij de globale bevolking. Deze evolutie kan verklaard worden door:
- De toegenomen en stijgende participatiegraad van de vrouwen op de arbeidsmarkt;
- De herwaarderingen van de bedragen van de minimumpensioenen en de IGO. Ter herinnering, tijdens deze legislatuur, werd het minimumpensioen voor een volledige loopbaan verhoogd met €143/maand voor de werknemers en met €205/maand voor de zelfstandigen. Met deze verhogingen, overstijgen vandaag de minima voor een volledige loopbaan voor de alleenstaanden het bedrag van de armoededrempel.
Volgens het referentiescenario van het verslag 2019 van de Studiecommissie voor de Vergrijzing, zal het armoederisico bij de 65-plussers blijven afnemen. De ongelijkheden tussen gepensioneerden, in het bijzonder tussen mannen en vrouwen, zullen bovendien afnemen tot eind 2050 alvorens zich te stabiliseren, en dit om dezelfde redenen als deze die de daling van het armoederisico verklaren, hetzij de verhogingen van de bedragen van de minimumpensioenen en de IGO en de verlenging van de loopbanen van de vrouwen evenals het optrekken van hun activiteitsgraad, ingevolge in het bijzonder de hervormingen aangenomen door deze regering.
Minister Daniel BACQUELAINE: “Het verslag 2019 van de Studiecommissie voor de Vergrijzing bevestigt de positieve effecten van de pensioenhervorming die wij de laatste 5 jaren doorgevoerd hebben, zowel op de budgettaire houdbaarheid van ons pensioensysteem als op de vermindering van het armoederisico bij de gepensioneerden en de ongelijkheden tussen gepensioneerden. Ik kan enkel verheugd zijn over die vaststelling.” |