Persbericht

Pensioenhervorming : de choquerende leugens van de PS

Daniel Bacquelaine stuurt aan op een debat over de pensioenhervorming op basis van argumenten, eerder dan via een op onwaarheden gebaseerd discours dat verengt naar populisme.

Ik verzoek de PS te stoppen met het verkopen van leugens

 

In een krantenartikel van Le Soir van 4 december 2014  betitelt de Socialistische partij (PS) de pensioenhervorming als « onrechtvaardig, onlogisch en tegenstrijdig », hierbij concrete voorbeelden hanterend. Eens te meer neemt de Socialistische partij haar toevlucht tot het wapen van de desinformatie binnen het pensioendebat.

Minister Bacquelaine reageert : « Een onrechtvaardige, onlogische en tegenstrijdige pensioenhervorming ? Integendeel, de pensioenen van onze kinderen en kleinkinderen lopen gevaar ! Ik sta absoluut open voor dialoog met de oppositie, maar ik verzoek de PS te stoppen met het verkopen van leugens, waarmee ze de mensen  alleen maar angst inboezemen ».

Onze medeburgers dienen inderdaad een beetje langer te werken.  Dit impliceert echter niet – zoals ik al vaak heb uitgelegd -  dat iedereen die werkt dit zal moeten doen tot 66 of 67 jaar, zoals de PS constant declameert.  Ondanks het feit dat de wettelijke pensioenleeftijd momenteel op 65 jaar ligt, werkt er minder dan 10% van de actieve beroepsbevolking tot aan die leeftijd.

In tegenstelling tot wat de Socialistische partij beweert, zal het feit van een beetje langer te werken de burgers in staat stellen om het bedrag van hun pensioen te doen stijgen. Bovendien zal de regering de tweede pensioenpijler versterken teneinde de koopkracht van de gepensioneerden te handhaven en zelfs nog te verhogen.

De Socialistische partij probeert het voor waarheid te verkopen dat sommige werknemers tot de leeftijd van 67 jaar op stellingen zouden moeten kruipen. Wederom, gaat het hier om onwaarheden die de perceptie verengen tot populisme.  Zoals reeds eerder gesteld zal de graad van lastigheid die gepaard gaat met welbepaalde zware beroepen voortaan in overweging genomen worden in het kader van een uitzonderingsregeling.

Daniel Bacquelaine gaat in tegen de redenering van de PS als zou het vertrek van de oudere werknemers op de arbeidsmarkt meer banen scheppen voor de jongeren. Werk genereert immers werk  en activiteit genereert activiteit. Op deze manier is België koploper op Europees niveau  inzake de werkloosheidsgraad bij jongeren, hoewel de gemiddelde uittredingsleeftijd op amper 59 jaar ligt. In tegenstelling hiermee, dient even het Scandinavische voorbeeld te worden benadrukt.

   

Enkele onwaarheden uitgaande van de PS :

Jeanine, bediende , verliest 795 € per jaar in het huidige pensioenstelsel

« Jeanine is bediende bij een particuliere onderneming. Ze zou met pensioen kunnen gaan op 62 jaar, maar ze heeft beslist om tot 65 jaar te werken. In context van haar achteruitgaande gezondheid presteert ze jaarlijks 165 werkdagen, tot aan de leeftijd van 65 jaar. Als gevolg van de afschaffing van de bonus zal Jeanine op het moment dat ze met pensioen gaat een bonus van 795,6 euro verliezen, oftewel 66,3 euro per maand ».

FOUT ! Jeanine is 62 jaar en zou met pensioen kunnen gaan als ze dat wil. Ze kan ook de pensioenbonus genieten aan de huidige voorwaarden.

- De PS doet aan desinformatie wanneer ze bevestigt dat onder deze regering het inkomen van de gepensioneerden die langer werken dan de vervroegde pensioensleeftijd op een ingrijpende manier zou dalen.  Elk gepresteerd jaar wordt meegerekend en verhoogt het pensioen dat men zal bekomen.

- De PS vergeet hierbij te zeggen dat het systeem van de pensioenbonus reeds onder de regering Di Rupo werd herzien en dat de bedragen verlaagd werden. Het geheugenverlies van de PS is verbijsterend.

 

Catherine, onderwijzeres, gaat twee jaar langer werken en zal  6.500 euro per jaar verliezen

« Catherine is onderwijzeres in het middelbaar onderwijs. Ze heeft hiervoor 4 jaar gestudeerd. Vooraleer de maatregelen van de MR/NVA van kracht werden bedroeg haar pensioen 46.216,52 euro bruto per jaar - op de leeftijd van 60 jaar - en dit na een carrière van 38 jaar. Als gevolg van de maatregelen van de regering MR/NVA, zal Catherine 14% van haar pensioen verliezen, ook al zal ze twee langer moeten werken (dit tengevolge de afschaffing van de tijdsbonificatie van haar studiejaren in de berekening van de duur van haar loopbaan). Haar pensioen zal van 46.216 euro per jaar dalen naar  39.703 euro per jaar op de leeftijd van 62 jaar. Indien blijkt dat onderwijzend personeel geen deel uitmaakt van de categorie « zware beroepen », zal deze groep nog veel meer verliezen omwille van de afschaffing van hun preferentiële tantième» .

 FOUT ! Er is hier helemaal geen sprake van afschaffing van de diplomabonificatie voor de berekening van het pensioen. Catherine zal haar studiejaren steeds kunnen laten meetellen voor de berekening van haar pensioen.

 

- Catherine zal haar preferentiële tantième kunnen blijven behouden tot op het moment waarop de sociale partners het eens geworden zijn omtrent het vastleggen van de lijst met zware beroepen. De Minister van Pensioenen gaat er echter niet van uit – in tegenstelling tot de PS – dat een job in het onderwijs geen zwaar werk zou zijn.

            - Het pensioenbedrag van Catherine zal niet beïnvloed worden door de maatregelen van de regering. Wel integendeel, in de mate dat  ze professioneel een beetje langer aan de slag blijft, zal ze haar loopbaan kunnen voleinden en een hoger pensioenbedrag ontvangen.

 

Marco, bouwvakker, zal een jaar langer moeten werken

« Marc is bouwvakker en geboren in 1959. Hij is beginnen te werken in 1977 op de leeftijd van 18 jaar. In 2014 zal hij 55 jaar worden. Tot op heden kon hij op 60 jaar met vervroegd pensioen gaan, meer bepaald over 5 jaar (in 2019), omdat hij op die leeftijd een loopbaan van 42 jaar zal hebben. Naar aanleiding van de maatregelen van deze regering MR/NVA, zal Marco moeten werken tot de leeftijd van 61 jaar teneinde te geraken aan een loopbaan van 43 jaar die nodig zal zijn om dan met vervroegd pensioen te kunnen vertrekken. Ook al is hij onafgebroken aan het werk sinds zijn 18de, zal Marco dus 1 jaar langer moeten werken».

            WAAR ! Marco moet een jaar langer werken.

- De regering  voert hervormingen door op het niveau van de toegangsvoorwaarden tot het vervroegd pensioen, deze initiatieven werden opgestart door de regering Di Rupo teneinde de tewerkstellingsgraad over de gehele beroepsbevolking onder de 65 jaar te doen stijgen. Dit was een prioriteit voor de PS.

            - Vertrekkend vanuit deze vaststelling, is het onbegrijpelijk dat de PS zich stoort aan het feit dat Marco slechts met pensioen kan gaan op 61 jaar, in plaats van met 60 jaar.         De bedoeling van de genomen maatregelen is net van ervoor te zorgen dat onze medeburgers een beetje langer werken, en dat eenieder, inclusief Marco, zijn steentje bijdraagt tot de gezamenlijke inspanning.

Daniel Bacquelaine : « Ik ben verwonderd over het feit dat een grote partij zoals de PS zich een retoriek toemeet die eerder gebruikelijk is bij populistische groeperingen. »

 

Contact :

Koen Peumans, woordvoerder van Daniel Bacquelaine, Minister  van Pensioenen                                
+32(0)473 81 11 06 -  koen.peumans@bacquelaine.fed.be