Mondelinge vraag over het pensioen van lokale ambtenaren in plenaire zitting
Vraag van mevrouw Stéphanie Thoron aan de minister van Pensioenen over "het pensioen van de gemeenteambtenaren"
Stéphanie Thoron (MR): Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de Minister, maandag jongstleden, tijdens een onderhoud met de Eerste Minister, hebben de vertegenwoordigers van de steden en gemeenten gevraagd dat de federale regering hen te hulp zou schieten. Het is immers zo dat onze gemeenten grote financiële problemen kennen, in het bijzonder wegens de kostprijs van hun ambtenarenpensioenen. Alleen al in Wallonië moet tegen 2015 918 miljoen worden gevonden om de pensioenen van de ambtenaren van de lokale besturen te financieren.
In hoofdzaak liggen twee elementen aan de oorsprong van de problematiek. Het eerste heeft betrekking op de kostprijs van de vergrijzing. U kent deze thematiek goed, daar u als Minister van Pensioenen moeilijke maar noodzakelijke beslissingen hebt genomen. Het tweede betreft het statuut van onze ambtenaren. Het is immers zo dat al naargelang een ambtenaar contractueel dan wel statutair is, de gemeenten verschillende bijdragepercentages dienen te betalen: 8,86 % voor de contractuele ambtenaren en 33 % voor de statutaire ambtenaren. Een ambtenaar die tijdens zijn of haar loopbaan eerst contractueel en daarna statutair was, wordt vandaag voor de pensioenuitbetaling als tijdens zijn of haar hele loopbaan statutair geweest zijnde beschouwd. In de praktijk betekent dit dat hij of zij een hoger pensioen zal ontvangen dan waarvoor hij of zij tijdens de jaren als contractueel ambtenaar heeft bijgedragen. Dit maakt het tekort nog groter.
Vanochtend stelde u in de pers twee mogelijke oplossingen voor. De eerste bestaat in een pensioenmechanisme dat als doel heeft de jaren als contractueel ambtenaar niet langer gelijk te stellen met de jaren als statutair ambtenaar. De tweede bestaat erin de tweede pensioenpijler te veralgemenen voor de ambtenaren van de lokale besturen. Momenteel maakt amper 3% van de gemeenten in Wallonië en Brussel gebruik van dit systeem, tegenover 65 % in Vlaanderen.
Mijnheer de Minister, welke specifieke maatregelen bent u van plan te nemen om de financiering van de pensioenen op lokaal te waarborgen? Hoe ziet u de bevordering van het gebruik van de tweede pijler voor onze gemeenten? Hebt u ideeën over de manier van onderhandelen en de manier waarop de tweede pijler zal worden ingevoerd?
Daniel Bacquelaine, minister: Mevrouw Thoron, ik dank u voor deze vraag die mij toelaat terug te komen op de thematiek van de financiering van de pensioenen van de ambtenaren van de lokale besturen.
Het is inderdaad zo dat de oproepen van de voorbije dagen door de verenigingen van steden en gemeenten en in het bijzonder de uitspraken van de voorzitter van de Union des Villes et Communes de Wallonië duidelijk aantonen dat de problemen blijven bestaan en dit ondanks de Wet van 24 oktober 2011 betreffende de financiering van de lokale pensioenen. Deze wet heeft het probleem blijkbaar niet opgelost. Deze wet heeft de lasten alleen verdeeld maar de evolutie van de globale kostprijs van de pensioenen van de ambtenaren van de lokale besturen niet kunnen afremmen. Daarnaast moet er vandaag de dag een oplossing worden gevonden voor dit probleem die de gemeenten verarmt.
Het is de bedoeling een gemengd pensioen in te voeren. Dit betekent dat diegenen die een loopbaan als contractueel ambtenaar hebben, een pensioen op basis van het werknemersstelsel zullen ontvangen. Wanneer zij benoemd worden, zullen zij van een ambtenarenpensioen kunnen genieten.
Vandaag weten wij dat contractuele ambtenaren pas helemaal op het einde van hun loopbaan worden benoemd. Zij hebben dus als werknemer bijdragen betaald maar ontvangen niettemin een volledig ambtenarenpensioen. Dit is op termijn onhoudbaar en de verantwoordelijkheid hiervoor berust bij de gemeenten. Iedereen moet er zich bewust van zijn dat er een evenwicht tussen contractuele en statutaire ambtenaren moet worden bereikt.
Als dit gemengd pensioen wordt gerealiseerd, moet ook de toegang tot het aanvullend pensioen voor contractuele ambtenaren mogelijk worden gemaakt. Anders zal het gecumuleerde pensioen van een werknemerspensioen en een ambtenarenpensioen minder bedragen dan het totaalbedrag van het ambtenarenpensioen. Daarom moet er een vorm van compensatie via de toegang tot de tweede pijler mogelijk worden.
Ik zal zeer snel voorstellen hieromtrent neerleggen die het voorwerp zullen uitmaken van sociaal overleg. In afwachting zal ik een koninklijk besluit opstellen en voorleggen aan de ministerraad dat beoogt de bijdragen voor de ambtenarenpensioenen iets te verminderen, zodat de reservefondsen kunnen worden gebruikt die zich nu nog bij de RSZPPO, vandaag omgedoopt tot DIBISS, bevinden. Deze dienst beheert de pensioenen van de ambtenaren van de lokale besturen.
Stéphanie Thoron (MR): Mijnheer de Minister, ik dank u voor uw preciseringen en het belang dat u hecht aan deze thematiek. Als burgemeester zal ik uiteraard de evolutie van dit dossier van nabij volgen.
Naast de oplossingen die op lokaal niveau moeten worden gevonden, verdient de hele pensioenhervorming aandacht; ik houd eraan u te feliciteren. De pensioenen moeten een nieuwe dynamiek krijgen, zodat wij de leefbaarheid van ons sociaal zekerheidssysteem kunnen vrijwaren.
.