Regeling voor cumul pensioen - vervangingsinkomen

Artikel 91 van de programmawet van 28 juni 2013, dat goedgekeurd werd door de Regering Di Rupo verbiedt - met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 - de cumulatie van elk overheidspensioen met een vervangingsinkomen.

De praktische uitwerking van deze bepaling heeft echter aan het licht gebracht dat ze zeer kwalijke sociale situaties met zich kon meebrengen voor sommige mensen.

Het betreft hier de categorie van mensen die op basis van hun professionele loopbaan een rustpensioen van de openbare sector wegens lichamelijke ongeschiktheid cumuleerden met een werkloosheidsuitkering gestort door de VDAB of met een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid of invaliditeit gestort door de mutualiteit.

Omwille van het verbod op de cumulatie, dienden de betrokken personen te verzaken aan één van de twee gunstregelingen. Elk apart genomen, volstaat echter geen van de twee uitkeringen teneinde een niveau te scheppen dat aan deze mensen toelaat om op een waardige manier in hun levensonderhoud te voorzien. Bovendien werden deze mensen vaak aangemaand om de uitkering van meerdere maanden terug te storten.

Typevoorbeeld:

Een persoon werkt voltijds tot aan de leeftijd van 50 jaar, maar door 2 professionele activiteiten te cumuleren: een halftijdse job als werknemer en een halftijdse job als ambtenaar. Tengevolge een zware ziekte werd zij ongeschikt verklaard om haar job in de openbare sector verder uit te voeren en geniet zij een rustpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid. Ze ontvangt ook een invaliditeitsuitkering van haar ziekenfonds tengevolge de schorsing van haar deeltijds contract als werknemer.

Ze wordt door de Administratie op de hoogte gesteld van het feit dat door geen afstand gedaan te hebben van haar invaliditeitsuitkering, haar recht verliest op het verder ontvangen van haar rustpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid en dat ze verplicht wordt alle onterecht ontvangen uitkeringsbedragen dientengevolge moet terugstorten.

Teneinde dit soort dramatische gevolgen die voortvloeien uit artikel 91 van de programmawet van 28 juni 2013 te vermijden, zal Daniel Bacquelaine op de Ministerraad van deze vrijdag een voorontwerp indienen dat de mogelijkheid tot cumulatie van een pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid met een vervangingsinkomen weer herstelt, indien het gaat om een werkloosheidsuitkering of een uitkering gestort door de mutualiteit. Deze maatregel wordt met terugwerkende kracht ingevoerd vanaf de 1ste januari 2013.

Voor wat betreft de jaren 2013 en 2014 zullen meer dan 1500 mensen profiteren van deze regeling.

Een paar concrete voorbeelden:

Henriette, gescheiden en 50 jaar is deeltijds verpleegster in een openbaar ziekenhuis sinds 20 jaar. Nadat ze ziek verklaard werd, werd ze definitief ongeschikt bevonden voor het verder uitoefenen van dit beroep en geniet ze bijgevolg een pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid. Op haar andere deeltijdse job die ze uitoefende binnen een gemeenschappelijke groepspraktijk werd ze ontslagen, en hierdoor heeft ze ook recht op een werkloosheidsuitkering.

De twee uitkeringen waarop zij aanspraak maakt, zijn de volgende:

· Pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid (PDOS): 581,86€ /maand

· Werkloosheidsuitkering (VDAB): 827,74€ /maand

Sinds de programmawet werd goedgekeurd door de Regering Di Rupo, ontvangt Henriette enkel nog haar werkloosheidsuitkering van 827,74€.

Dankzij de hervorming van Minister Bacquelaine zal zij in de toekomst opnieuw haar volledig maandbedrag van 1409,60€ ontvangen.

Georges, 52 jaar is al 30 jaar onderwijzer. Hij is definitief benoemd voor 5/20 en vervult ook nog een opdracht als contractueel in het onderwijs à rato van 12/20. Nadat hij zwaar ziek wordt, wordt hij gepensioneerd wegens lichamelijke ongeschiktheid en geschrapt op de payrol van de mutualiteit omwille van zijn prestaties als contractueel personeelslid.

De twee uitkeringen waarop hij aanspraak maakt, zijn de volgende:

· Pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid (PDOS): 1.011,86€ /maand

· Uitkering wegens invaliditeit (Ziekenfonds): 971,87€ /maand

Sinds de programmawet werd goedgekeurd door de Regering Di Rupo, ontvangt Georges enkel nog de uitkering van zijn ziekenfonds ten bedrage van 971,87€.

Dankzij de hervorming van Minister Bacquelaine zal hij in de toekomst opnieuw zijn integrale maandbedrag van 1983,73€ ontvangen.

Contact

Koen Peumans, woordvoerder van Daniel Bacquelaine, Minister van Pensioenen
+32(0)473 81 11 06 - koen.peumans@bacquelaine.fed.be