De Minister van Pensioenen, Daniel Bacquelaine, start met het sociaal overleg over belangrijke hervormingen, waaronder de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd
De voorontwerpen van wet, die deze vrijdag 3 april ter goedkeuring aan de Ministerraad werden voorgelegd , werken diverse pensioenhervormingen uit zoals voorzien in het regeerakkoord. Deze hervormingen betreffen:
- De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd tot 66 jaar in 2025 en tot 67 jaar in 2030 ;
- De voorzetting van de hervorming betreffende de verhoging van de voorwaarden qua leeftijd en loopbaan waaraan dient te worden voldaan om op vervroegd pensioen te gaan: de minimumleeftijd, die voor 2016 op 62 jaar werd vastgelegd, zal met een jaar worden verhoogd : 62,5 jaar in 2017 en 63 jaar in 2018. Voor lange loopbanen worden er uitzonderingen voorzien.
- De voortzetting van de hervorming betreffende de verhoging van de minimumleeftijd om in aanmerking te komen voor het overlevingspensioen. De vorige Regering had die leeftijd vastgelegd op 50 jaar. Deze leeftijd zal geleidelijk aan worden verhoogd tot 55 jaar in 2030.
Deze voorontwerpen werden gezamenlijk uitgewerkt door de drie bevoegde Administraties (RVP, PDOS en RSVZ) om op die manier een coherente en getrouwe uitvoering van het regeerakkoord te kunnen garanderen.
Voor Daniel Bacquelaine betekent deze eerste lezing door de Ministerraad het begin van het sociaal overleg dat parallel voor elk van de pensioenstelsels zal doorgaan. Het overleg zal plaatsvinden in de schoot van de gebruikelijke overlegorganen (Beheerscomité RVP, Comité A en het Beheerscomité voor zelfstandigen) en zal duren tot eind mei.
Op het einde van dit overleg zal de Ministerraad de diverse voorontwerpen van wet opnieuw onderzoeken.
Deze hervormingen zijn onontbeerlijk als wij ons pensioensysteem en bij uitbreiding ons sociaal zekerheidssysteem willen behouden. Deze hervormingen zijn in overeenstemming met de aanbevelingen van de Europese Commissie voor ons land.
Het wordt hoog tijd om de puntjes op de i te zetten: hoewel deze hervormingen, die in de meeste Europese landen al werden doorgevoerd, er inderdaad toe zullen leiden dat onze medeburgers iets langer zullen moeten werken, maar dat betekent niet, zoals sommigen de bevolking een rad voor de ogen draaien, dat iedereen tot 67 zal moeten werken!
Mits naleving van bepaalde voorwaarden zal het nog altijd mogelijk zijn om vervroegd met pensioen te gaan. Mensen die op hun 18de zijn beginnen werken, zullen nog altijd op 61 kunnen uittreden.
Er zal bovendien rekening worden gehouden met de zwaarte van bepaalde beroepen, zodat de betrokken werknemers vroeger met pensioen kunnen gaan. Het mag duidelijk zijn dat een timmerman niet tot zijn 67ste op daken zal moeten klimmen!
Ten slotte heeft de Regering de intentie om deeltijds pensioen mogelijk te maken. Dit zal zorgen voor een harmonieuze overgang tussen een voltijdse loopbaan en de definitieve opneming van het rustpensioen.
Het Nationaal Pensioencomité, dat in juni eerstkomend wordt geïnstalleerd, zal zich prioritair buigen over het dossier van de zware beroepen. Dit overleg is essentieel, daar het in de geest van het regeerakkoord moet toelaten om « de meest gunstige modaliteiten vast te leggen wat betreft de loopbaanvoorwaarden voor (vervroegd) pensioen en de pensioenberekening ».
Daniel Bacquelaine : « De bal ligt in het kamp van de sociale partners. Wij zullen rekening houden met hun vragen voor zover zij de doelstellingen van deze hervormingen niet in twijfel trekken. Deze hervormingen zijn onontbeerlijk als wij op lange termijn de pensioenen willen blijven uitbetalen en onze ouderen een waardig leven willen gunnen. »
Contactpersoon
Koen Peumans, woordvoerder van Daniel Bacquelaine, Minister van Pensioenen
+32(0)473/81.11.06 - koen.peumans@bacquelaine.fed.be