De Regering heeft besloten de invoering van het “gemengd” pensioen voor te leggen aan het sociaal overleg
Een ambtenaar die beslist om de publieke sector te verlaten om een loopbaan te beginnen als werknemer geniet van een pensioen van de publieke sector voor de jaren gepresteerd als ambtenaar en een werknemerspensioen voor de jaren gepresteerd als contractueel.
Hetzelfde principe zal voortaan gelden voor een contractueel personeelslid van de publieke sector die tijdens zijn loopbaan wordt benoemd. Hij zal genieten van een werknemerspensioen voor de jaren als contractueel personeelslid en een pensioen van de publieke sector voor de jaren gepresteerd als ambtenaar na zijn benoeming.
Dit « gemengd » pensioen wordt al jaren gevraagd door de drie Verenigingen van Steden en Gemeenten om het fenomeen van laattijdige benoemingen te voorkomen binnen de lokale publieke sector die een toekenning van een pensioen van de publieke sector beoogt zonder de overeenkomstige bijdragen hiervoor te betalen.
De Ministerraad heeft besloten dit voorstel, omgezet in een voorontwerp van wet, voor te leggen aan het sociaal overleg dat de modaliteiten en invoering ervan zal bespreken.
De regering heeft reeds besloten dat de maatregel niet van toepassing zal zijn op de tijdelijke statutaire personeelsleden van het onderwijs. Evenmin zullen de ambtenaren van wie de benoeming ten vroegste is gebeurd vóór het Regeerakkoord door de maatregel worden getroffen. Voor die ambtenaren zullen de jaren gepresteerd als contractueel personeelslid blijven meetellen voor de berekening van het pensioen van de publieke sector.
Het voorontwerp van wet komt overeen met het Regeerakkoord dat voorziet in de aanpassing van het juridisch kader van de aanvullende pensioenen om de ontwikkeling ervan aan te moedigen voor de contractuele ambtenaren van de publieke sector. De tekst voorziet in een financiële aanmoediging van de lokale overheden om een tweede pensioenpijler in te stellen of te ontwikkelen ten gunste van hun contractuele ambtenaren. De twee maatregelen (“gemengd” pensioen en ontwikkeling van de aanvullende pensioenen voor contractuele personeelsleden van de publieke sector) zijn dus nauw met elkaar verbonden.
Ter herinnering: de Ministerraad heeft, in het kader van het laatste begrotingsconclaaf, tevens besloten om vanaf 2017 aan alle contractuele ambtenaren van de verschillende federale overheidsdiensten, een aanvullend pensioen toe te kennen waarvan de jaarlijkse kost (32 miljoen €) berekend is om de betaling van een gelijkwaardige premie van minstens 3% van het loon te garanderen.
De Minister BACQUELAINE: “Het gemengd pensioen maakt een historische vraag waar van de drie Verenigingen van Steden en Gemeenten. Ze zal inderdaad de explosie voorkomen van de pensioenlasten die worden gedragen door de lokale overheden. Het gaat ook om een maatregel die, door de parallelle ontwikkeling van de tweede pensioenpijler, meer sociale rechtvaardigheid beoogt tussen de statutaire en contractuele personeelsleden. De Regering heeft mij een mandaat gegeven om het sociaal overleg te starten met betrekking tot deze nodige hervorming als men de financiering van de lokale pensioenen wil garanderen. Ik betreur eens te meer de leugenachtige verklaringen die het idee wekken dat de pensioenen verlaagd zouden worden of nog dat de hervorming goedgekeurd zou worden zonder sociaal overleg.”
|